Beleggers zullen in de komende weken steeds meer gaan lezen over de rentecurve. Dat komt omdat de rentecurve bijna lijkt te inverteren, en een omgekeerde rentecurve wordt algemeen beschouwd als een voorbode van een aanstaande economische recessie.
Dat schrijft columnist Mark Hulbert van MarketWatch. De rentecurve is het verschil tussen de rente op staatsobligaties van langere en korte looptijden. Een veel gebruikte rentecurve is die tussen de rendementen op de tienjarige en tweejarige Amerikaanse staatsobligaties. Die staat momenteel op 0,45% en is sinds eind 2013 gestaag afgenomen van 2,66%.
Als het rendement van korter lopende leningen hoger is dan dat van langer lopende leningen, spreken we van een zogenoemde 'inverse yieldcurve'. Bij een inverse yieldcurve zullen banken de sterk stijgende financieringskosten doorberekenen aan hun klanten. Als gevolg hiervan nemen de kosten van krediet voor bedrijven toe en dat kan een dempend effect hebben op de economische groei.
Recessie pas na een jaar
Toch blijkt volgens Hulbert uit een nauwkeurige analyse van de gegevens dat het huidige niveau van de rentecurve niet zo eng is als anders het geval zou kunnen zijn - althans op de korte termijn. Zelfs als de rentecurve blijft dalen en in de komende maanden negatief wordt, zou een recessie hoogstwaarschijnlijk pas na meer dan een jaar beginnen.
Voorafgaand aan de Amerikaanse recessies van de afgelopen vijf decennia werd de rendementscurve gemiddeld 18 maanden van tevoren negatief. De kortste doorlooptijd was 13 maanden. Dus als de volgende recessie het gemiddelde van de afgelopen 50 jaar volgt en de rendementscurve onmiddellijk negatief zou worden, zal de economie naar verwachting tot eind 2019 blijven groeien.
En zelfs als de doorlooptijd overeenkomt met de kortste in de afgelopen vijf decennia zal een recessie nog altijd niet beginnen tot de zomer van 2019.
Berenmarkten
Hulbert merkt ook op dat berenmarkten vaak voorafgaan aan recessies. Maar inverse rentecurves hebben ook een gezonde doorlooptijd op berenmarkten. In de afgelopen vijf decennia zat er gemiddeld 10 maanden tussen het moment van een inverse rentecurve en het ontstaan van een berenmarkt.
De berenmarkt die gepaard ging met de financiële crisis van 2008-2009 werd de rentecurve op 31 januari 2006 negatief. Dat was 20 maanden vóór de top op de aandelenmarkt van 9 oktober 2007 en 22 maanden voorafgaand aan het begin van de recessie in december 2007.
Nog belangrijker is volgens Hulbert echter dat meer dan de helft van de berenmarkten in de laatste vijf decennia niet vooraf werd gegaan door een inverse rentecurve. Sinds het midden van de jaren zeventig zijn er elf berenmarkten geweest, volgens de gegevens van Ned Davis Research, en bij slechts vijf daarvan was de rentecurve voorafgaand negatief. Op de startdata van die elf berenmarkten bedroeg de rentecurve gemiddeld 0,72% en dat is meer dan nu.
Goed nieuws en slecht nieuws
Volgens Hulbert is dit goed nieuws en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat zelfs wanneer de rentecurve in de komende maanden negatief wordt, dan duurt het nog vele maanden voor we in een recessie en een berenmarkt terechtkomen. Het slechte nieuws is echter dat een berenmarkt kan beginnen, zelfs als de rentecurve niet negatief wordt.