Na de coronacrisis van 2020 lijkt het erop dat we een krachtig cyclisch herstel zullen zien. En afgaande op een reeks economische indicatoren, is de langverwachte hausse aangebroken. Maar hoe lang zal de post-pandemische boom aanhouden?
De vermaarde Britse econoom Jim O’Neill probeert in een artikel voor Project Syndicate een antwoord te vinden op deze vraag.
Volgens hem was de crisis van het afgelopen jaar meer cyclisch van aard dan structureel. De lockdowns om het virus een halt toe te roepen waren immers tijdelijk. Veilige en doeltreffende vaccins zijn met een ongekende snelheid op de markt gebracht, terwijl regeringen over de hele wereld snel op de schok hebben gereageerd met grootschalige monetaire en fiscale stimuleringsmaatregelen.
O’Neill, voormalig topman van Goldman Sachs Asset Management, stelt dat de laatste economische data zijn theorie ondersteunen. De gegevens van maart 2021 wijzen op een regelrechte hausse, vooral in de maakindustrie. Het herstel is wellicht sterker dan zelfs O’Neill had verwacht. Eind maart brak de S&P 500 voor het eerst door de grens van 4.000 punten.
Het herstel is nu
De groei van de economische activiteit in de VS versnelde in maart flink. De inkoopmanagersindex (PMI) steeg in een maand tijd met 3,9 punten naar 64,7 punten. Dat was de hoogste stand sinds 1983. En de groei beperkt zich niet tot de VS. Zo staat de PMI in Canada en het Verenigd Koninkrijk volgens de meest recente gegevens van Markit op de hoogste stand in tien jaar, terwijl de economische activiteit in de eurozone is gestegen naar het hoogste niveau in de 24-jarige geschiedenis van het blok.
Ook in Azië gaat het goed. Zo steeg de export in Zuid-Korea in maart met 16,6% op jaarbasis, de sterkste groei sinds 2018. De Chinese economie zal naar verwachting een groei laten zien in het eerste kwartaal van dit jaar van maar liefst 18% op jaarbasis.
Hoelang blijft het zo?
Al met al duiden deze cijfers er volgens O’Neill op dat de wereldeconomie een paar sterke kwartalen van reële (voor inflatie gecorrigeerde) groei van het Bruto Binnenlands Product zal laten zien.
Tegelijkertijd vraagt O’Neill zich wat deze cijfers werkelijk betekenen. Weerspiegelen ze het statistische effect van vergelijkingen met vorig jaar, of zijn ze een uiting van inhaalvraag die zal wegebben nadat de vaccins zijn uitgerold en de lockdowns zijn versoepeld?
Hoelang de hausse zal aanhouden, zal afhangen van een complexe combinatie van factoren, waaronder de snelheid waarmee het geld dat tijdens de lockdowns gespaard is wordt opgemaakt, de voortzetting (of opschorting) van overheidssteun, de inflatie en het gedrag van de markten. En de structurele problemen van klimaatverandering, overheidsfinanciën, de precaire verhouding tussen de VS en China en de ongelijkheid zijn er natuurlijk nog steeds.
Rente en inflatie
De marktomstandigheden zijn ondanks de sterke economische cijfers een stuk lastiger geworden sinds Joe Biden de scepter zwaait in het Witte Huis. Zo heeft de oplopende rente op de obligatiemarkten de rotatie van groei naar waarde een extra duw in de rug gegeven.
Laten we hopen dat de inflatie niet opnieuw de kop opsteekt. Als dat wel gebeurt, zal al het goede nieuws van vandaag nogal vluchtig blijken te zijn, besluit O’Neill.
Lees ook: Super-cycle in aantocht?