De economie heropent, de vraag schiet omhoog en het aanbod blijft achter: de prijzen stijgen. Voor consumenten is inflatie geen pretje, maar beleggers kunnen er hun voordeel mee doen.
Voor automobilisten is de gang naar het pompstation momenteel een stuk minder leuk dan in 2020 toen de prijzen voor diesel, gas en benzine veel lager waren. Een litertje benzine kostte in Nederland vorig jaar april niet veel meer dan 1,40 euro. Nu kost diezelfde liter al snel 1,80 euro.
In de landen om ons heen zijn de verschillen nog groter. In België zakte de prijs vorig jaar zelfs tot onder de 1 euro, en in Duitsland ook bijna. Nu liggen ook daar de prijzen over het algemeen weer boven de 1,40 euro.
Toenemende vraag
Dat doet pijn in de portemonnee, maar de oorzaak is gelukkig positief. De hoge prijs voor benzine staat namelijk niet op zichzelf. Het past in het beeld dat de hele grondstoffenmarkt laat zien. Alle prijzen gaan omhoog: van zilver tot goud en van koffie tot koper, en dat komt doordat het economisch voor de wind gaat.
Nu corona bijna verslagen is, slaat de economische mineurstemming om in euforie. Economen verwachten voor 2021 en 2022 hoge groeicijfers. In de EU gaan de schattingen bijvoorbeeld richting de 5% groei van het bbp, in de VS zelfs 10%. Hoge groei betekent veel vraag naar grondstoffen en hogere prijzen.
Krap aanbod
Daar komt nog bij dat er in bepaalde grondstoffenmarkten sprake is van schaarste. Denk aan alle metalen die in mobiele telefoons, windmolens en elektrische auto’s worden verwerkt. Er wordt daarom soms al gesproken over een nieuwe supercyclus, wat betekent dat grondstofprijzen niet alleen in 2021 stijgen, maar jaren achtereen.
Profiteren: aandelen
Voor beleggers kan dat uiteraard interessant zijn, schrijft de krant US News op basis van verschillende gesprekken met analisten. De meest eenvoudige en veilige manier om te beleggen in grondstoffen is door middel van aandelen en obligaties van mijnbouwbedrijven en agrarische concerns.
Daar zijn er talloze van, ook met noteringen in Europa. In Nederland kan bijvoorbeeld worden gedacht aan aandelen als Acomo, Koninklijke Olie (Royal Dutch Shell), ForFarmers, ArcelorMittal of Aperam. Grote wereldconcerns zijn verder BPM Group uit Australië, Glencore uit Zwitserland, Rio Tinto uit het VK of Vale uit Brazilië.
ETF's
Spreiding is altijd belangrijk. Er kan daarom ook gekozen worden voor een ETF of een indexfonds. Daar zijn twee soorten van. Sommige ETF’s beleggen alleen in aandelen, anderen handelen ook in fysieke grondstoffen en dan vooral zogenoemde futurescontracten die staan voor de levering van een bepaalde hoeveelheid van een grondstof ergens in de toekomst. Ook dit kan lucratief zijn.
Waar beleggers wel rekening mee moeten houden, is dat futuresprijzen enorm kunnen fluctueren. Wat dat betreft zijn aandelen een stuk stabieler.
Grondstoffen
Een derde mogelijkheid is zelf fysiek beleggen in grondstoffen in de vorm van sieraden, gouden munten, zilveren lepels of gewoon een staaf(je) goud. Nadeel is dat die niet zo makkelijk te verhandelen zijn als ETF’s, aandelen of obligaties.
Wat adviseurs particuliere beleggers over het algemeen afraden, is om zelf actief te worden op de futuresmarkt, omdat dit een uiterst gespecialiseerde en ingewikkelde markt is waarop vrijwel uitsluitend professionele partijen actief zijn.
Diversifiëren
Wat analisten ook afraden is om een groot deel van de beleggingsportefeuille vrij te maken voor grondstoffen. Volgens US News wordt vaak 5% geadviseerd. Dat is een mooi percentage waarmee kan worden geprofiteerd van de goede periodes, terwijl de slechte fases niet zo’n pijn doen.
Want wat niet mag worden vergeten is dat grondstoffenmarkten heel erg volatiel en conjunctuurgevoelig zijn. Het kan weken, maanden, soms jaren fantastisch gaan, maar er zijn ook enorm slechte periodes. Denk aan vorig jaar, toen de prijs voor een vat olie in de Verenigde staten zelfs tijdelijk onder nul zakte, omdat niemand het wilde hebben.
Lees ook: Tips voor beleggen in tijden van inflatie