Jim O'Neill is de uitvinder van het acroniem BRIC. De afkorting is in twintig jaar wereldwijd ingeburgerd en staat voor Brazilië, Rusland, India en China. Samen met Zuid-Afrika hebben ze een enorm groeipotentieel.
Maar in al die decennia waren de BRIC's nog niet in staat om hun potentieel te verwezenlijken en een leidende rol te nemen op het wereldtoneel. Dit gaat ten koste van henzelf en van een beter mondiaal bestuur. Daarom stelt Jim O’Neill op Project Syndicate nu de pijnlijke vraag wanneer de invloed van dit blok zichtbaar wordt.
Wordt het nog wat met de BRIC's?
In november is het twintig jaar gelden dat O’Neill voor het eerst het acroniem gebruikte in een artikel van Goldman Sachs, getiteld 'Building Better Global Economic BRIC's'. Hij beschreef in vier scenario’s het groeipotentieel van de groep. Ook zette O’Neill uiteen waarom het bestuur van de wereldeconomie representatiever moest worden en deze vier opkomende machten moest omvatten. China zou de VS evenaren, India Japan overvleugelen en samen zouden de BRIC-economieën groter worden dan de G6. Maar sinds 2001 heeft het economisch pad van het blok meer weg van een allegaartje.
Het eerste decennium was het beste, in het tweede haperden Brazilië en Rusland, hun aandeel in het mondiale bbp is nu lager dan twintig jaar geleden. Zonder China – en tot op zekere hoogte India – zou het BRIC-verhaal magertjes zijn. Dankzij de groeimotor van China kan het collectief alsnog in omvang de G6 evenaren.
Veel geblaat, weinig wol
Op het gebied van mondiaal bestuur is de enige opmerkelijke verschuiving in de afgelopen twee decennia de opkomst van de G20. Deze kreeg een centrale rol in het bestrijden van de mondiale financiële crisis van 2008. Maar daarna werd het meer een kwestie van veel woorden, maar weinig daden.
In 2009 vergaderden de BRIC's voor het eerst en in 2011 sloot Zuid-Afrika zich aan bij het collectief. Op hun jaarlijkse vergaderingen klonken grote woorden en werd toekomstige samenwerking besproken. Maar toch hebben ze weinig bereikt. Grote woorden gaan meestal gepaard met geringe beleidsstappen.
De laatste gezamenlijke verklaring van het blok suggereert niet dat er iets is veranderd. De gezamenlijke ambities lijken beperkt. De meeste aandacht ging dit jaar uit naar veiligheid en terrorisme. De recente ontwikkelingen in Afghanistan zullen immers directe gevolgen hebben voor Rusland, India en China.
Krachtiger rol BRIC's
De Indiase minister-president Narendra Modi wil meer. De BRIC's moeten de komende 15 jaar productiever zijn. Maar naast oprichting van de BRIC's Bank, beter bekend als de New Development Bank, is er nog weinig van de grond gekomen.
Collectief zouden de landen veel kunnen doen om voort te bouwen op het succes van het eerste decennium. Dat zou goed zijn voor de rest van de wereld. Een krachtiger rol van de groep naast de G20 onderstreept de roep om hervorming van het mondiale bestuur, denkt O’Neill.
Om te beginnen moeten de landen de onderlinge handel versterken. China en India zouden allebei enorm kunnen profiteren van een meer open en ambitieuze handelsrelatie, die de rest van de regio, de andere BRIC's en de wereld ten goede zou komen. Meer handel tussen India en China zou de wereldhandel zichtbaar stimuleren.
Gebrekkige gezondheidsstelsels
De BRIC's hebben weinig gemeen, behalve grote populaties. Maar ze delen ook een aanzienlijke blootstelling aan infectieziekten. Covid-19 heeft aangetoond dat de meeste BRIC's gezondheidsstelsels hebben die slecht zijn uitgerust om pandemieën het hoofd te bieden. Tenzij ze wereldwijde infectieziekten serieuzer behandelen, zullen ze nooit hun economisch potentieel kunnen bereiken.
O’Neill maakt sinds eind 2020 deel uit van de Pan-European Commission on Health and Sustainable Development, een onafhankelijk orgaan van de WHO. Het eerste actiepunt is de oprichting van een Global Health and Finance Board onder auspiciën van de G20. De argumenten daarvoor zijn simpel: tenzij we mondiale gezondheidsproblemen centraal stellen in de reguliere economische en financiële dialoog, zullen we er slecht op voorbereid blijven. En zoals de pandemie heeft aangetoond, zijn mondiale gezondheidsproblemen ook grote economische en politieke uitdagingen.
Onwil wekt twijfel – blijven de BRIC's gebrekkige partners?
Dit voorstel heeft de steun van verschillende belangrijke regeringen, met name die van het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Frankrijk, Italië en de Europese Unie. O’Neill begrijpt echter niet dat de BRIC's, en met name China, ertegen zijn. Een dergelijk verzet zal ernstige gevolgen hebben voor de rest van de wereld. Het versterkt slechts de twijfels die er zijn rond het collectieve potentieel van de BRIC's.
Lees meer: 'Inflatie is het grote gevaar, niet de deltavariant'