Word abonnee en neem Beursduivel Premium
Rode planeet als pijlen grid met hoorntjes Beursduivel
Jim O’Neill: is de slechte jaarstart een duister voorteken?

Jim O’Neill: is de slechte jaarstart een duister voorteken?

Beleggers moeten na het goede beursjaar 2021 rekening houden met verkrapping van het fiscale en monetaire beleid. De Britse econoom Jim O’Neill denkt dat aandelen mogelijk een netto negatief rendement zullen opleveren.

Op de gerenommeerde opinie-website Project Syndicate borduurt O’Neill voort op zijn vorige opinieartikel. Onlangs zette de voormalig topman van Goldman Sachs op een rij wat volgens hem de grote thema’s van 2022 gaan worden. Het wordt een jaar vol onzekerheid.

Het vijf-dagen-principe

Om het gedrag van de financiële markten te begrijpen, maakt hij gebruik van het vijf-dagen-principe. Als de belangrijkste Amerikaanse beursindices tijdens de eerste vijf handelsdagen van het nieuwe kalenderjaar stijgen, is dat een voorteken dat de markten over het hele jaar genomen mooie prestaties zullen neerzetten.

Die oude beurswijsheid zou sinds de jaren '50 in 85% van de gevallen kloppen. Die keren dat markten tijdens de eerste vijf handelsdagen daalden, betekende dat in 50% van de gevallen ook een netto negatief jaar.

Instinctief is O’Neill somber

En dit jaar daalden markten in de eerste vijf dagen. Moeten beleggers zich nu zorgen maken? De markten hebben een lange tijd van stijgingen achter de rug. Menig record is afgelopen jaar gesneuveld. O’Neill gaat op zijn instinct af en dat zegt hem het vijf-dagen-principe serieus te nemen.

Onduidelijk is nog of de markten zich meer zorgen maken over de inflatie of over het beleid om de inflatie te beteugelen, of over iets heel anders.

Cyclische aandelen hebben het beter gedaan dan technologie-aandelen. Het strookt met aanwijzingen dat de omikron-variant minder ernstig is. Dan kunnen veel landen Covid-19 als een minder ernstige bedreiging gaan zien. Het roept de vraag op of de steunmaatregelen dan nog wel nodig zijn.

Een krapper beleid zal er komen

De rente werd kunstmatig laag gehouden, zelfs als economieën al fors groeiden. Centrale bankiers lijken hiervan terug te komen, vanwege de aanhoudend hoge inflatie. O’Neill wijst op een interessant gegeven; de inflatieverwachtingen zijn stabiel gebleven.

De sterke stijging van de marktrente heeft tot nu toe geleid tot slechts een bescheiden stijging van de reële rente. En die ligt nog steeds ver onder het historisch normale niveau.

Het kan erop wijzen dat beleggers beseffen dat zowel het monetaire als het fiscale beleid in 2022 krapper zal worden, ongeacht of de inflatie blijft stijgen.

Het is te verwachten dat een verzwakking van de aandelenmarkten samenvalt met een afvlakking van de rentecurve. O’Neill ziet daar wel tekenen van op de obligatiemarkt, maar vooralsnog blijft het een interessante trend om in de gaten te houden.

Indicatoren om in de gaten te houden

Moeten we nu concluderen dat we 2022 echt een slecht jaar voor aandelen gaat worden, vraagt O’Neill zich af. Daarvoor is het nog te vroeg. Veel zal afhangen van de vraag of aandelen verder zullen dalen. Maar ook of grote economieën zoals de VS hun groei kunnen vasthouden.

Belangrijke indicatoren om op te letten

O’Neill raadt beleggers aan dit jaar een aantal indicatoren in het oog te houden: 

  • inflatie
  • monetair beleid

Maar ook hoogfrequente indicatoren, zoals:

  • maandelijkse handelsgegevens uit Zuid-Korea
  • de inkoopmanagersindices
  • en andere voorspellende bedrijfscijfers

Minstens zo belangrijk zijn cijfers over de productiviteit. Dat is uiteindelijk de sleutel voor sterke aandelenmarkten. Al jarenlang is de productiviteitsgroei zwak. Als daar verbetering in komt, kan het nieuwe roaring twenties inluiden.

Het economisch herstel kan dan doorzetten zonder de inflatoire druk die we het afgelopen jaar hebben gezien. Maar als dat niet het geval is, staan we in januari 2023 wellicht weer voor dezelfde problemen.