In 2016 zijn honderdduizend huishoudens gestart met beleggen. Geef ze eens ongelijk, met een spaarrente die alleen nog voor de vorm boven de 0% bivakkeert.
Banken en vermogensbeheerders hebben dat natuurlijk ook door en dus is de strijd om de beginnende belegger in volle gang. Ruim de helft van de partijen die periodieke beleggingsoplossingen aanbieden wijzigde in 2016 en 2017 het aanbod.
Dat deden ze door voorwaarden aan te scherpen, nieuwe merken te introduceren of veelbelovende internetpartijen over te nemen. Periodiek beleggen is vergelijkbaar met maandelijks een deel van uw inkomen op een spaarrekening zetten, met dat verschil dat u van dat geld beleggingen koopt.
Grote verschillen
Door de stijgende populariteit is er aardig wat om uit te kiezen en dus loont het om het aanbod te vergelijken.
Vergelijkingssite beleggingsmatch.nl voerde in samenwerking met IEX.nl, Belegger.nl en IEXGeld.nl een onderzoek uit naar het aanbod van periodieke beleggingsproducten. In het onderzoek zijn vijftien vermogensbeheerders en mixfondsen vergeleken.
De onderzoekers gingen uit van een eenmalige investering van 1000 euro en daarna een maandelijkse inleg van 100 euro. Een eerste opvallende uitkomst: voor een fel beconcurreerde markt als deze zijn de verschillen in kosten nog behoorlijk groot.
Gat van 1,28%
Het verschil in kosten tussen de duurste en goedkoopste aanbieder kan oplopen tot 1,8% van het belegde vermogen. “In euro’s lijkt dat mee te vallen, maar die 1,8% gaat direct ten laste van uw rendement,” zegt Bart Spronk van Beleggingsmatch.. “Wij raden aan deze hoge kosten te vermijden.”
In de tabel hieronder staat een vergelijking van de kosten na anderhalf en tien jaar en gemiddeld per jaar (voor de hele looptijd).
Klik op de tabel voor een grote versie
Gemiddeld betaalt u 1,1% per jaar over het belegde geld. Maar de verschillen zijn groot. Tussen de aanbieder met de hoogste kosten, ING Beleggen met Beheer (1,93%) en de aanbieders met de laagste kosten, FitVermogen.nl en Centraal Beheer (0,65%), zit een gat van maar liefst 1,28%.
Pas op vaste kosten
Vooral in de eerste jaren kunnen de verschillen in kosten flink oplopen. Dat komt door de vaste kosten die sommige partijen in rekening brengen. Zo rekent ING een vaste basisfee van 16 euro per jaar voor de rekening. Bij kleine bedragen hakt dat er al aardig in.
Ook de Rabobank hanteert vaste kosten voor de kleine belegger, door een minimum van 20 euro te hanteren, waardoor de kosten in jaar één aanzienlijk hoger zijn. Rabobank hanteert daarom ook een adviesinleg van 5000 euro voor Beheerd Beleggen Basis.
De verschillen op de lange termijn zijn kleiner, maar zeker niet verwaarloosbaar. De partijen met de hoogste kosten in jaar tien:
- ING Beleggen met Beheer (1,81% strategie actueel)
- Nationale Nederlanden (1,68%)
- Semmie (1,50%)
De partijen met de laagste kosten:
- FitVermogen Gemaksfondsen (0,65%)
- Centraal Beheer Mixfondsen (0,65%)
- Binck alles-in-één-portefeuilles (0,66%)
FitVermogen behaalt hoogste rendement
Kosten zijn belangrijk, maar uiteindelijk bepaalt het toekomstige beleggingsrendement of u er ècht slim aan hebt gedaan om zo’n beleggingsrekening te openen. Beleggingsmatch vergeleek ook het rendement van de verschillende aanbieders.
Omdat beleggingsrendementen in een jaar makkelijk beïnvloed kunnen worden door eenmalige mee- of tegenvallers of de vorm van de dag zijn in het onderzoek alleen partijen vergeleken die al zeven jaar beleggingsresultaten op hun naam hebben staan.
Gemiddeld over zeven jaar heeft FitVermogen met 8,25% het hoogste rendement behaald. ABN Amro volgt vlak daarna met 8,11%. Over een periode van vijf jaar zijn de posities omgewisseld. ING Beleggen met Beheer (strategie actueel) completeert in beide periodes de top-3.
Klik op de tabel voor een grote versie
Momentopname 2016
En voor wie toch graag de vorm van de dag wil weten van de verschillende aanbieders, hieronder - vergezeld van de disclaimer dat rendementen uit het verleden echt, maar dan ook echt geen garantie geven voor de toekomst - de beleggingsresultaten in het laatste kalenderjaar.
Klik op de tabel voor een grote versie
Lees hier het hele onderzoek