Het klimaat verandert. De toename van temperatuur, de link tussen temperatuur en broeikasgassen en de toename van het CO2 niveau in de atmosfeer laten geen ruimte voor twijfel.
Dat dit ging gebeuren wisten we al heel lang. In 1965 ontving de toenmalige president van de VS, Lyndon Johnson, een rapport hierover van een aantal vooraanstaande wetenschappers. Zij voorspelden dat, als gevolg van de verbranding van fossiele brandstoffen: "In 2000 de toename van CO2 in de atmosfeer ongeveer 25% zal zijn", en dat dit, "Vrijwel zeker significante veranderingen in temperatuur tot gevolg zal hebben".
Het rapport leest, ook ruim 50 jaar na dato, nog steeds als een lucide overzicht van het probleem. In een tijd dat het debat nog niet gepolariseerd was konden zij hun rapport besluiten met een korte discussie van geo-engineering technieken om klimaatverandering tegen te gaan.
CO2 emissies zijn op recordhoogte
Anno 2017 moeten wij constateren dat onze pogingen om de uitstoot van CO2 te verminderen tot nu toe bar weinig hebben uitgericht. Wereldwijd lijken CO2 emissies sinds drie jaar niet verder door te stijgen maar een snelle daling, hard nodig om maar enigszins in de buurt te komen van de maximaal twee graden opwarming, lijkt nog ver weg.
(tabel)
Daarbij blijft het aandeel fossiele brandstoffen in de wereldwijde energiebehoefte hardnekkig hangen rond de 80%. Het aandeel zon en wind is weliswaar snel gestegen maar nog steeds slechts ongeveer 1,5%. Dat de publieke perceptie van dit aandeel veel hoger is, geeft aan hoezeer wij het probleem onderschatten.
Ondertussen worden de gevolgen van klimaatverandering steeds duidelijker. Het zal de komende decennia in het middelpunt van de belangstelling blijven staan en een grote invloed hebben op bedrijven en investeringen. Daarbij zullen luchtvaartmaatschappijen net zo goed tegen de grenzen van de groei aanstoten als oliemaatschappijen.
Waarom is het zo moeilijk de uitstoot van CO2 terug te dringen?
Er zijn verschillende redenen waarom het zo moeilijk is om klimaatverandering tegen te gaan.
- De voordelen van reducties in CO2 zijn wereldwijd en lange termijn; de kosten zijn hier en nu.
Dat zal bestuurders altijd in de verleiding brengen de echt pijnlijke maatregelen nog maar even uit te stellen (wat blijft zijn de fraaie beloftes).
De bedreiging van het aanpakken van klimaatverandering komt naar mijn mening niet zozeer van het ontkennen van klimaatverandering maar van het – expliciet of impliciet – vooropstellen van de eigen korte termijn belangen.
- Het teruglopen van de vraag leidt tot lagere prijzen van een grondstof.
Kolenproducenten hebben gedurende langere tijd de vraag overschat wat leidde tot een overaanbod. De resulterende lage prijzen maken het moeilijker het verbruik verder te verminderen.
- Sommige landen hebben een groot belang bij de continuering van hun olie- en gasproductie.
Waar moeten landen als Saoedi-Arabië en Rusland hun geld anders mee verdienen? Energie intensieve industrieën migreren geleidelijk aan naar landen met lage kosten voor energie.
Een significant en groeiend deel van Saoedi-Arabië's olieproductie wordt gebruikt voor lokale industrie zoals petrochemie en aluminium smelters. Dit soort landen trekken zich niets aan van internationale verdragen.
- Mensen in ontwikkelingslanden hebben wel andere dingen aan hun hoofd.
Als hen gevraagd wordt hun problemen te ranken staat klimaatverandering onder aan de lijst (ver onder veiligheid, voedselvoorziening, onderwijs en gezondheidsvoorzieningen). Het staat voor de meeste landen onder aan de lijst, met uitzondering van de meest ontwikkelde landen.
Lagere kosten voor renewables: een sprankje hoop?
Meer kennis en schaalvergroting leiden tot lagere kosten voor alternatieven voor fossiele brandstoffen. Zoals zij dat ook het afgelopen decennium voor zon en wind gedaan hebben.
Dit is wat de Duitse Energiewende tot een succes heeft gemaakt; niet de reducties in emissies (die waren er ook niet) maar de reducties in kosten ten gevolge van de grote vraag naar zon en wind. De rekening werd betaald door de Duitse consument die zijn elektriciteitsrekening in tien jaar tijd met 50% zag stijgen.
De uitdaging nu is om die grote vorderingen in zon en wind te laten volgen door vergelijkbare vorderingen in de opslag van energie. Het is het enige sprankje hoop dat we hebben in de aanpak van klimaatverandering: technologische vooruitgang. Alleen als het schone alternatief ook goedkoper is zal het werkelijk de wereld overnemen.
Nog niet
En zover zijn we nog lang niet. Als we rekening houden met het effect van belastingen (op fossiele brandstoffen), subsidies (voor renewables) en de kosten van back-up (gerelateerd aan de discontinuïteit van renewables) dan zijn die fossiele brandstoffen nog steeds veel goedkoper.
De komende energietransitie gaat dan ook veel geld kosten: voor Nederland schat Milieudefensie dit bedrag op 300 miljard euro).
Ook voor fossiele brandstoffen is er technologische vooruitgang en zijn er kostenverlagingen. Het aandeel schalieolie en -gas (de grote recente technologische doorbraak in de wereld van fossiel) in de wereldwijde energiebehoefte stijgt vele malen sneller dan dat van zon en wind. En het heeft geleid tot een veel lagere olieprijs.
Met zon en wind alleen redden we het niet
Klimaatverandering is te belangrijk om al onze eieren in het ene mandje van zon en wind te leggen. Aan het begin van een lange en moeizame weg is het niet duidelijk welke combinatie van technologieën het meest succesvol zal blijken.
Dus moeten we technologieën stimuleren zonder dogmatisch te zijn. Of het nu zon, wind, CCS (Carbon Capture and Storage), nieuwe technieken voor nucleaire energie, biobrandstoffen/massa, energieopslag of het efficiënter gebruik van energie betreft. We zullen ze waarschijnlijk allemaal nodig hebben.
Laten we daarbij kosten en leveringszekerheid niet uit het oog verliezen. Het zich alleen richten op de vermindering van emissies, zonder rekening te houden met de concurrentiepositie van het bedrijfsleven, zal uiteindelijk resulteren in een verlies van steun voor de energietransitie.
Maak werk van een betekenisvolle CO2-belasting. Het is de manier om oliemaatschappijen serieus bezig te doen gaan met CCS. En het is een probaat middel om kolen er uit te werken, zoals recent weer duidelijk werd in de UK waar het aandeel kolen in de elektriciteitsvoorziening gedaald is tot ongeveer 5%.
Vertel de mensen een eerlijk verhaal
Wij zijn beter in het formuleren van fraaie doelstellingen en verdragen dan in het concreet bereiken van resultaten. Nederlandse gemeentes volledig van gas los in 2030? Dat is net zo kansloos als het beperken van de globale temperatuurstijging tot 1,5 graad. Onrealistische doelen die niet worden gehaald leiden alleen maar tot cynisme en populisme.
Wees eerlijk en maak duidelijk dat dit pijnlijk zal zijn. Een verandering van levensstijl zal inhouden: minder of niet meer vliegen, minder auto rijden en minder vlees eten. Geef niet de indruk dat we een heel eind komen met een stel zonnepanelen op het dak en een elektrische auto voor de deur.
Geo-engineering
Geo-engineering biedt niet meer dan een noodoplossing. Het nadoen van grote vulkaanuitbarstingen, het daardoor geïntroduceerde materiaal in de stratosfeer verhoogt de reflectiecoëfficiënt is echter technisch en financieel wel goed haalbaar.
Kostenschattingen lopen uiteen van 10 tot 20 miljard dollar per jaar voor een programma dat de opwarming van de aarde met 1 graad beperkt. Het grote taboe om dit te bediscussiëren is begrijpelijk: voordat men het weet vermindert het de animo om emissies te reduceren. Toch zal die discussie er komen.
Bedenk daarbij wel dat het slechts symptoombestrijding is. Het afsterven van koraalriffen zal het niet voorkomen. En goed rentmeesterschap is het niet.