Vandaag doen we een nieuwe ronde Op de stoel van... Deze keer zijn het zelfs drie verschillende situaties en stoelen. Zoals gewoonlijk ben ik zeer benieuwd naar uw reactie. Wat zou u doen?
Situatie 1: Hypotheekadviseur
U bent hypotheekadviseur en krijgt een klant die een woning heeft gekocht. Uit de inventarisatie blijkt dat de klant een studieschuld heeft. Door de studieschuld wordt de maximale hypotheek lager, waardoor de klant €5.000 extra eigen middelen moet inbrengen. De klant vraagt waarom de studieschuld moet worden meegenomen, omdat deze toch niet staat genoteerd bij het BKR. U vertelt dat dit verplicht is.
De AFM heeft hier in het verleden het volgende over gezegd:
“Bij het bepalen van de maximale financieringslast voor het verkrijgen van een hypotheek, moeten alle financiële verplichtingen van de klant meegenomen worden (art 3. Tijdelijke Regeling hypothecair krediet). Ook een studieschuld is een financiële verplichting en telt dus mee. Dit geldt bij een hypotheek met én zonder NHG.
Als er (tijdelijk) uitstel van het aflossen van de studieschuld is verkregen, moeten hypotheekaanbieders toch rekening houden met de studieschuld. Doen ze dat niet, dan overtreden ze wet- en regelgeving. Het niet meenemen van de studieschuld bij het afsluiten van een hypotheek kan in de toekomst problemen opleveren en is daarom niet in het belang van de consument.”
Een week later krijgt u een telefoontje van de klant dat hij de hypotheek bij een collega van u gaat afsluiten. Deze neemt namelijk de studieschuld niet mee waardoor de klant geen € 5.000 extra geld hoeft in te brengen. U weet welke collega dit is en weet ook dat deze regelmatig de studieschuld expres niet meeneemt in de maximale hypotheekberekening. Het is voor u al de derde klant die om deze reden de hypotheek afsluit via uw collega.
1. Wat doet u?
A. U doet niets.
B. U belt uw collega en vertelt hem dat hij de wet en regelgeving overtreedt.
C. U belt de AFM en geeft de gegevens van uw collega door (in de hoop dat de AFM eens langs gaat bij uw collega).
D. Anders, namelijk…
Situatie 2: Makelaar
Twee oudere mensen willen hun woning verkopen en vragen aan u wat de verkoopprijs van hun woning moet zijn. U adviseert de woning te koop te zetten voor €450.000, en verwacht zeker een verkoopbedrag van € 440.000. Het is echter ook mogelijk dat de woning zelfs boven de € 450.000 wordt verkocht, bijvoorbeeld als er meerdere geïnteresseerden zijn.
Een maand later krijgt u bezoek van de zoon, met een kopie van de getekende verkoopakte van zijn ouders bij zich. Hierin staat vermeld dat de woning is verkocht voor € 380.000. De zoon vertelt dat uit onderzoek van hem is gebleken dat de koper een familielid is van de NVM-makelaar die de woning heeft verkocht.
Hij vraagt aan u wat hij moet doen. Hij vindt namelijk dat er misbruik is gemaakt van de situatie van zijn ouders. Deze zijn heel snel beïnvloedbaar en durven geen nee te verkopen. Bovendien is hij op de hoogte van de waarde die u heeft aangegeven over de woning.
2. Wat doet u?
A. U vertelt dat zijn ouders zelf de beslissing hebben genomen.
B. U vertelt dat het wel vaker voorkomt dat een woning voor een (veel) lagere prijs wordt verkocht.
C. U vertelt dat de ouders / zoon een klacht kunnen indienen bij de NVM.
D. U vertelt dat zij de verkoop moeten annuleren en de 10% kosten voor lief moeten nemen.
E. U belt boos uw concullega om te vragen waar hij mee bezig is.
F. Anders, namelijk…
Situatie 3: Huizenbezitter
U verkoopt uw woning via een NVM makelaar. De woning wordt na twee weken voor € 220.000 verkocht. Dit is € 20.000 boven de vraagprijs. U bent natuurlijk vol lof over de makelaar.
Na twee weken heeft u de verkoopakte echter nog steeds niet ontvangen van uw makelaar. U belt deze op en krijgt te horen dat dit binnen een paar dagen geregeld gaat worden. Een week later heeft u echter nog steeds niets ontvangen. Vanwege een privésituatie heeft u geen tijd om de makelaar te bellen.
Na vier weken krijgt u onverwachts bericht van de makelaar dat de kopers afzien van de koop. U belt direct de makelaar en krijgt te horen dat dit wel vaker voorkomt. De makelaar kon door omstandigheden de verkoopakte niet snel opmaken. U krijgt ook nog te horen dat u € 1.500 moet betalen als u naar een andere makelaar gaat.
3. Wat doet u?
A. U doet niets en laat de makelaar de woning weer te koop zetten.
B. U regelt een andere makelaar, maar betaalt netjes de € 1.500.
C. U regelt een andere makelaar, maar betaalt de € 1.500 niet.
D. U dient een klacht in bij de NVM over de makelaar.
E. U dient een klacht in bij de NVM over de makelaar én eist daarbij een flinke schadevergoeding.
F. Anders, namelijk…