Word abonnee en neem Beursduivel Premium
Rode planeet als pijlen grid met hoorntjes Beursduivel

Belletje voor de laatste ronde

Het gaat niet lekker met de vakanties van onze politieke leiders. Eén voor één breken ze hun welverdiende weekjes rust af. Om in te grijpen? Helaas nog niet. Om verklaringen af te leggen? Dat lijkt inderdaad de core business van de politici. Maar vooral ook om te bellen.

Nicolas Sarkozy belt met Angela Merkel. Silvio Berlusconi belt met Herman van Rompuy. Jose Luis Rodriguez Zapatero belt José Manuel Barroso. Mark Rutte belt met…. Ja, met wie belt onze premier eigenlijk?

Ach, het maakt niet uit. Ik zou zeggen, stop met verklaren en bellen en los onze relatief eenvoudige problemen in één klap echt op. Die oplossing is simpel: de oprichting van een Centraal Europees Financieringsinstituut. Ik schreef daar al menigmaal over. Het Instituut is er nog niet omdat met name Duitsland en Nederland dwarsliggen. Deze landen zijn bang dat ze duurder moeten gaan lenen.

Voordelen op een rij
De financieel gezonde Europese landen zouden zo het ongedisciplineerde deel van de EU subsidiëren. Als dat het geval is, zou ik ook tegen een dergelijk Instituut zijn. Maar naar mijn mening levert centrale financiering voor alle landen, zeker voor Nederland en Duitsland, een groot voordeel op. Dit zijn de argumenten. De eerste twee zijn de indirecte, de laatste drie de directe voordelen:

1) Centrale financiering is nodig om de euro te laten overleven
De euro brengt de (noord) Europese landen veel welvaart. In het verleden konden de zwakke landen hun valuta effectief inzetten de import van de efficiënte noordelijke Europese landen buiten de deur te houden. De chronisch devaluerende lire, peseta en drachme frustreerde het exporterende bedrijfsleven in Nederland en Duitsland. Door de euro is hier een eind aan gekomen.

2) Gebrek aan centrale financiering leidt tot onrust en kapitaalverlies
De huidige situatie zonder centraal financieringsinstituut veroorzaakt de onrust op de financiële markten. Dat betekent miljarden aan vermogensverlies voor particuliere en institutionele beleggers. De kosten van de steunoperaties vallen daarbij in het niet. Centrale financiering neemt alle wind uit de zeilen van speculanten, die de politieke leiders juist zo graag zeggen te willen bestrijden.

3) Rating wordt beter dan de som van afzonderlijke landen
De obligaties van het Europese Instituut voor centrale financiering met de garantie van alle EU staten zullen, daar ben ik van overtuigd, de veiligste schuldtitels ter wereld worden. De EU staatsschuld is met 85% van het Bruto Nationaal Product lager dan die in de VS (100%) en Japan (220%!). Ander overtuigend cijfer: het netto beroep op de kapitaalmarkt in de EU is in 2011 gelijk aan 4,4% van het BBP. Voor de VS en Japan zijn de cijfers 10,8% en 10,0%. Misschien hebben de ratingbureaus er enkele weken voor nodig, voor mij is direct duidelijk dat de EU als geheel een vette triple A verdient.

4) Centrale financiering en liquiditeitspremie
De uitgifte van eurobonds betekent dat beleggers de beschikking krijgen over liquide, zeer goed verhandelbare obligaties. Dat vertaalt zich in een liquiditeitspremie. De rente op obligaties met een groot volume is lager dan minder liquide obligaties van dezelfde kwaliteit. Die liquiditeitspremie komt ons allen ten goede!

5) Financieel gezonde EU landen strijken de risicopremie zelf op
Het incasseren van de risicopremie is misschien wel het belangrijkste argument voor een centraal leeninstituut. Momenteel betalen de zwakke landen een veel hogere rente dan Nederland en Duitsland. Wie incasseert die hoge rente? De markt, dus beleggers en speculanten. Wie probeert vervolgens de probleemlanden te redden en het risico voor de beleggers in zwakke staatsschuld te elimineren? Precies, de (noord)Europese belastingbetaler. Het redden van zwakke eurolanden is in mijn ogen weliswaar noodzakelijk, maar er ontstaat voor de Europese belastingbetaler een win-lose situatie.

De belastingbetaler loopt het risico, terwijl de markt de risicopremie incasseert. Dat verandert bij centrale financiering. Het Instituut emitteert obligaties tegen een lage triple A rente en leent het vervolgens uit aan de EU landen. Het Instituut rekent een risicopremie aan landen met een hoog tekort. Die risicopremie komt ten goede aan de gezonde eurolanden. Nu ontstaat een evenwichtige situatie. In ruil voor de (impliciete) garanties aan de zwakkere eurolanden, incasseren de sterke eurolanden de risicopremie in plaats van de markt.

Zou er bij onze politieke leiders nu een eindelijk echt belletje rinkelen en lossen Merkel en Sarkozy in één krachtdadig besluit het belangrijkste EU probleem op?

Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Macro & Bedrijfsagenda

  1. 23 april

    1. Japan samengestelde inkoopmanagersindex april
    2. Novartis Q1-cijfers
    3. Renault Q1-cijfers
    4. Dui inkoopmanagersindex diensten april (voorlopig) volitaliteit verwacht
    5. Dui samengestelde inkoopmanagersindex april
    6. EU samengestelde inkoopmanagersindex april
    7. VK samengestelde inkoopmanagersindex april
    8. 3M Q1-cijfers
    9. GE Aerospace Q1-cijfers
    10. General Motors Q1-cijfers
de volitaliteit verwacht indicator betekend: Market moving event/hoge(re) volatiliteit verwacht