Eerst een paar quizvragen:
- Van welke index is de totale marktkapitalisatie groter? Van de AEX of de Italiaanse FTSE MIB?
- Welk land scoort beter op de ranglijst van economische vrijheid? Italië of Oeganda?
- Welk land heeft een betere concurrentiepositie? Italië of Tunesië?
- Welk land heeft een hogere kredietwaardigheid? Slovenië of Italië?
De antwoorden vindt u onderaan deze column, maar zijn op basis van de titel wellicht wel voorspelbaar. Italië is het land waarop beleggers en de media momenteel hun pijlen richten. De rente op Italiaanse staatsobligaties, die afgelopen tijd massaal zijn opgekocht door de ECB, noteert op een niveau dat op lange termijn onhoudbaar is.
Nu wordt die term ‘onhoudbaar’ wel erg makkelijk gebruikt en deze verdient dus een kleine onderbouwing. De komende twee jaar dient Italië voor ruim 400 miljard euro aan schulden te herfinancieren, bovenop een begrotingstekort van circa 60 miljard euro in 2012.
3400 euro per Italiaan
Doet het dat tegen de huidige rente van circa 7%, dan bedragen de renteverplichtingen over dit deel alleen al meer dan 30 miljard per jaar. Inclusief de lopende renteverplichtingen van meer dan 50 miljard per jaar kijken de Italianen dan tegen een rentelast van bijna 6% van het BBP aan, oftewel 3400 euro per werkende Italiaan per jaar. Zelfs als de rente niet verder stijgt en het land fors bezuinigt, zullen deze lasten ieder jaar toenemen.
Het probleem wordt alleen maar groter als ook gekeken wordt naar de ‘off balance sheet liabilities’, voornamelijk bestaande uit pensioenverplichtingen. Die bedragen voor Italië in totaal meer dan 5.000 miljard euro, een bedrag dat overigens relatief en absoluut meevalt ten opzichte van de pensioenverplichtingen van onder andere de VS, Frankrijk en Duitsland.
Welk land nou precies de grootste problemen heeft op de lange termijn, is een complexe discussie. De markt bepaalt momenteel welk land de grootste problemen heeft en krijgt. Als de markt vindt dat Italië praktisch failliet is, dan kan geen Italiaanse politicus daar wat aan doen.
Domino
Als Italië eenmaal valt, dan zijn Spanje, België en Frankrijk de volgende dominostenen. Dat komt wel erg dicht in de buurt. Toch merk ik op dat veel beleggers en gemiddelde Nederlanders vrij stoïcijns reageren op de recente gebeurtenissen in Europa. De impact van het potentiële uiteenvallen van de eurozone wordt duidelijk onderschat.
Ook wordt er nauwelijks ingespeeld op de kansen die de voortwoekerende eurocrisis biedt. Ik noem een paar willekeurige:
- Credit-default-swap (CDS) op Italië of Frankrijk. Helaas zijn die verzekeringen duur en niet erg eenvoudig aan te schaffen, maar op percentages van minder dan 6% (5 jaar) wel interessant. Een Griekse CDS doet nu 60%; het tienvoudige.
- Short FTSE MIB (nog altijd toegestaan, bijvoorbeeld met behulp van CFD’s en futures)
- Short Bunga Bonds (Italiaans staatspapier), eventueel in combinatie met de aanschaf van Duitse bunds.
- Allerlei beleggingen om op lange termijn in te spelen op een waarschijnlijke sterke inflatie, zoals vastgoed, goudmijnaandelen en commodities (aangezien deze in een mogelijke crash meegezogen zullen worden is een langetermijnfocus wel erg van belang, alsmede de precieze opbouw van de exposure)
- Ook voor de lange termijn: Westerse defensiebedrijven en technologie in opkomende markten, om in te spelen op de verschuivende machtsverhoudingen.
En dan tot slot de antwoorden van de quiz:
- De AEX (314 miljard versus 293 miljard euro)
- Oeganda (op basis van Index of Economic Freedom)
- Tunesië (op basis van Global Competitiveness Report van World Economic Forum)
- Slovenië (AA versus A+ voor Italië)
Mark Leenards is strategieontwikkelaar voor beleggingsfondsen. Deze publicatie is niet bedoeld als (individueel) beleggingsadvies noch als een uitnodiging of een aanbod effecten of andere financiële instrumenten te kopen of te verkopen. Twitter: @AEXalternatief.