De kosten van beleggen hebben een enorme invloed op uw uiteindelijk te verwachten rendement. Het is dan ook belangrijk hier goed op te letten en de kosten zoveel mogelijk te beperken. Een relatief klein verschil in kosten is op de lange termijn namelijk een enorm verschil in rendement.
De kosten van beleggen kunnen flink in de papieren lopen. Verschillen van meer dan 1% in jaarlijkse kosten van aanbieders of producten zijn daarbij geen uitzondering. En hoewel een verschil van 1% misschien niet voor iedereen groot in de oren klinkt, is de impact op lange termijn niet mis.
45.000 euro minder rendement
Zo berekent de Vereniging Effectenbezitters (VEB) het volgende voor: "Over een periode van twintig jaar levert 1% extra (jaarlijkse kosten bij een belegging van 100.000 euro zo’n 45.000 euro minder rendement op".
Rendementen uit het verleden...
De VEB waarschuwt beleggers in dat kader ook niet te vertrouwen op rendementen uit het verleden.
"Hoge rendementen die een aanbieder in het verleden behaalde, bieden geen zekerheid voor de toekomst. Goede resultaten zijn niet altijd het gevolg van een superieure beleggingsstrategie. Bij beleggen is namelijk sprake van een geluksfactor."
Daarbij toont onderzoek aan dat professionele beleggers vaak niet in staat zijn de markt te verslaan. Deels komt dit door de vaak hoge kosten die zij rekenen. Beleggers die dus goed vergelijken op de beleggingskosten, besparen op de lange termijn al snel vele duizenden euro's.
Denk voor uzelf
De tip van de VEB in dat kader? Denk voor uzelf. "Wie niet zelf nadenkt, solliciteert naar hogere beleggingskosten en een lager rendement. Ga kritisch om met door de bank of vermogensbeheerder aangeboden producten, adviezen en het door het opgestelde beleggingsprofiel. Bedankt dat veel partijen vaak (ook) andere belangen hebben dan de jouwe."
De volgende soorten kosten komen het meest voor en zijn dus goed om kritisch onder de loep te nemen:
- Beheer- en servicekosten: Een vaste vergoeding voor het onderhouden van een portefeuille. Bijvoorbeeld vermogensbeheerders en fondsmanagers brengen doorgaans beheerkosten in rekening.
- Transactiekosten: Kosten die in rekening worden gebracht elke keer dat je een aan- en verkoop doet. Hoe vaker je handelt, hoe hoger dus de kosten.
- Valutakosten: Wanneer je belegt in landen waar ze niet met de euro betalen, betaal je een vergoeding voor het omwisselen van de euro’s naar de buitenlandse valuta (of andersom) waarin de effecten noteren.
- Bewaarloon: De vergoeding die de bank rekent voor het bewaren van effecten.
- Prestatievergoeding: Kosten die een vermogensbeheerder of fondsmanager in rekening kan brengen in het geval dat de prestaties beter zijn dan de doelstelling (vaak gelijk aan de prestaties van een benchmark).
- Inactivity fee: Als je niet of onvoldoende handelt, brengen sommige aanbieders kosten in rekening. Een aanbieder verdient natuurlijk beter aan beleggers die veel handelen.
- In- en uitstapkosten: Bij sommige fondsen wordt een percentage van je inleg afgeroomd wanneer je dit fonds koopt of verkoopt.
- Lopende kosten: Dit zijn de kosten die een fonds rekent voor onder andere het beheer, de marketing en de administratie.
- Spread: Wanneer je via de beurs direct zelf belegt in effecten, betaal je het verschil tussen de bied- en de laatprijs.
Lees ook: Kleine belegger hard geraakt door vaste kosten