Word abonnee en neem Beursduivel Premium
Rode planeet als pijlen grid met hoorntjes Beursduivel
Een passende benchmark voor duurzame beleggingsfondsen

Een passende benchmark voor duurzame beleggingsfondsen

Het belang van een passende index is voor duurzame beleggers net zo belangrijk als voor conventionele. De integratie van ESG-criteria maakt het voor hen echter net iets moeilijker om een geschikte index te vinden. In de praktijk blijkt dat fondshuizen vaak voor een conventionele index kiezen en niet gaan voor een duurzame variant.

Voor een conventioneel beleggingsfonds, dat wil zeggen een zonder expliciet duurzaam beleggingsbeleid, wordt de keuze voor een passende benchmark met name bepaald door drie factoren, zoals ik in mijn vorige column heb uitgelegd: de regio waar het fonds belegt, en de de stijl- (waarde, gemengd of groei), en marktkapitalisatie- (small-, mid- of large-caps) voorkeuren van de benadering.

Voor duurzame fondsen ligt dat net iets gecompliceerder, omdat het universum voor deze strategieën vaak verschilt van conventionele benaderingen door het hanteren van ESG-criteria. Denk daarbij onder andere aan de voor de hand liggende uitsluiting van fossiele-energiebedrijven.

Dat stelt duurzame beleggers voor de keuze: gebruik ik een conventionele index als benchmark of een benchmark die ook ESG-criteria meeneemt in de samenstelling van de index?

Meten we de toegevoegde waarde van de fondsbeheerder of van ESG?

Zij moeten bij die keuze wel beseffen dat er een verschil is tussen wat er wordt gemeten. Wanneer ze kiezen voor een index die wordt samengesteld op basis van ESG-criteria die nauw aansluiten bij het duurzame beleggingsmandaat van het fonds, dan sluit de benchmark aan op het universum waar de fondsbeheerder beleggingsideeën uit kan putten. In dat geval dient de index als meetlat om de prestaties van de beheerder langs te leggen. Oftewel, hoe goed is hij of zij in staat om waarde toe te voegen met aandelenselectie vanuit dat duurzame universum.

Dat ligt enigszins anders wanneer er voor een conventionele index wordt gekozen. Immers, een dergelijke index meet de prestatie van de bredere aandelenmarkt en past geen ESG-criteria toe in de samenstelling. Niet duurzaam geachte industrieën, zoals mijnbouw en de olie- en gas-exploratie, worden niet uitgesloten. Ook bedrijven die weliswaar niet bij controversiële activiteiten zijn betrokken, maar wel achterblijven op ESG-prestaties, zijn gewoon opgenomen in een dergelijke index.

Wanneer de presaties van een duurzaam fonds worden afgemeten tegen een dergelijke index, dan meet dat niet alleen de prestaties van de beheerder, maar ook de waarde die het ESG-beleid heeft toegevoegd of heeft gekost. Desondanks kan een conventionele benchmark een legitieme keuze zijn, omdat een duurzame belegger de prestaties van een duurzaam fonds wil afspiegelen aan een conventionele marktallocatie.

Mestal geen ESG-benchmark

In de praktijk blijken fondshuizen zelf vaak voor een conventionele index te kiezen als benchmark voor hun duurzame fondsen. Dat blijkt uit een inventarisatie onder de 131 wereldwijde large-cap aandelenfondsen die Morningstar in zijn database heeft en die onder de EU SFDR-richtlijn als Artikel 9 staan aangeduid. Dat betekent dat deze fondsen als expliciete doelstelling hebben om in duurzame beleggingen te investeren.

Van die 131 kiezen maar liefst 58 fondsen voor de MSCI ACWI-index als benchmark, terwijl 36 fondsen kiezen voor de MSCI Worldindex. Slechts 18 fondsen hebben een duurzame benchmark. Daarbij werd viermaal de MSCI ACWI Climate Parias Aligned index geselecteerd, terwijl de de MSCI World Climate Change-index drie maal wordt gebruikt. Andere gehanteerde duurzame indices zijn onder andere MSCI ACWI ESG Leaders, MSCI World ESG Universal en Dow Jones Sustainable World.

Olie versus tech

De keuze van een index en een goed begrip van de samenstelling van zo’n index zijn belangrijk bij de interpretatie van een vergelijking in prestaties tussen een fonds en een benchmark. De samenstelling en dus ook de rendementen van de verschillende indices kunnen namelijk flink uiteenlopen.

Zoals gezegd, de MSCI World omvat bijvoorbeeld bedrijven uit de fossiele-energie-industrie, terwijl de MSCI ACWI Climate Paris Aligned en MSCI World Climate Change indices daar geen enkele blootstelling aan hebben. Dat is een belangrijke reden waarom de beide indices in 2022 veel slechter presteerden (-15,66%, respectievelijk -17,81%) dan de MSCI Worldindex (-12,78%): olie- en gas-gerelateerde aandelen presteerden relatief goed.

Anderzijds kennen de twee genoemde duurzame indices een hogere weging voor aandelen in de technologiesector en dat hielp vooral de MSCI World Climate Change index (17,64%) aan een hoger rendement dan de MSCI World index (12,00%) over de eerste acht maanden van 2023.

Zelf uitzoeken

De keuze van een passende benchmark is voor duurzame fondsen net zo belangrijk als voor conventionele fondsen. Indien de belegger duurzame fondsen langs een duurzame meetlat wenst te leggen, dan vergt dat in de meeste gevallen wel een extra inspanning. Fondshuizen komen hen namelijk zelden tegemoet en zij kiezen in meerderheid voor conventionele indices als benchmark voor hun duurzame fondsen.

Ronald van Genderen, CFA is fondsanalist bij Morningstar Benelux

Macro & Bedrijfsagenda

  1. 29 april

    1. NL producentenvertrouwen april
    2. Philips Q1-cijfers
    3. Umicore Q1-cijfers
    4. Proximus Q1-cijfers
    5. Fra BBP eerste kwartaal (voorlopig)
    6. AkzoNobel €1,54-ex-dividend
    7. Besi €2,15 ex-dividend
    8. Fugro €0,40 ex-dividend
    9. Heineken €1,04 ex-dividend
    10. Vastned €1,28 ex-dividend
de volitaliteit verwacht indicator betekend: Market moving event/hoge(re) volatiliteit verwacht