De ad hoc-maatregelen om aan een Urgendavonnis of stikstofnorm te voldoen zijn geen verstandig langetermijnbeleid.
Recent publiceerde staatsolie- en gasbedrijf EBN een onderzoek waarin ze terugkeken op hun prognoses uit het verleden voor de toekomstige aardgasproductie uit kleine velden in Nederland. Het bleek dat hun voorspellingen sinds 2010 steevast te hoog waren.
Als men nu vooruitkijkt naar 2030 dan zou de oude voorspellingsmethode op een jaarlijkse productie van ruim 10 miljard kuub uitkomen. Een nieuwe methode, die rekening houdt met de mate waarin en snelheid waarmee gasproducenten in Nederland in staat zijn in te spelen op de mogelijkheden die de geologie ze biedt, komt uit op slechts 5 miljard kuub.
Er zijn meerdere redenen waarom Nederland voor gasproducenten een onaantrekkelijk land is geworden. Moeizame en tijdrovende procedures om een vergunning te krijgen, tegenwerking van lokale en regionale overheden, een relatief hoge belastingdruk - het totaalplaatje van het investeringsklimaat klopt niet meer.
Gasproducenten die willen investeren in het Noordzeegebied doen dat liever in Engeland of Noorwegen. Hier voeren overheden een actiever en efficiënter beleid om de lokale gasproductie zoveel mogelijk te maximaliseren.
Mijnbouw, landbouw of huizenbouw: elke bouw heeft het hier moeilijk
De winning van grondstoffen is niet de enige sector die het hier moeilijk heeft. Overal ter wereld wordt nu volop geïnvesteerd in de petrochemische industrie, maar niet in Nederland.
Delen van de bouwsector komen nu stil te liggen vanwege de stikstof- (eigenlijk: stikstofoxiden- en ammoniak)problematiek. Voor de landbouwsector is een substantiële vermindering van de veestapel een reëel scenario geworden. Dat alles vindt plaats terwijl de uitstoot van stikstof snel vermindert; op dit moment bedraagt die slechts ongeveer 40% van die in 1990. Het is niet de uitstoot die naar boven gaat; de norm gaat naar beneden.
Het afbreken van onze maakindustrie helpt het klimaat niet
Wij zijn hier bezig in snel tempo een bestaand verdienmodel voor een aantal economische sectoren af te breken. Maar helpt dat ook tegen klimaatverandering en milieuvervuiling? Nauwelijks. De Nederlandse consumptie blijft hetzelfde, het is de productie (en de uitstoot van broeikasgassen) die wordt verplaatst naar het buitenland.
Daarmee is het wereldwijde klimaat niet geholpen, alleen het geweten van een steeds groener wordend regulerend Nederland. Willen we werkelijk dat een substantieel deel van onze industrie verdwijnt en dat we ons in Nederland vooral gaan bezighouden met het verlenen van emissieloze diensten?
Het verminderen van onze consumptie is zinvol voor het klimaat. Het groener en duurzamer produceren is dat ook. Het rücksichtslos terugdringen van de Nederlandse productie is dat niet. Het werkt eerder averechts omdat buitenlandse productie vaak een grotere uitstoot van broeikasgassen met zich meebrengt dan Nederlandse.
De afnemende gasproductie uit kleine velden wordt gecompenseerd door toenemende import; met name van gas uit Rusland. Het zijn vooral de lekkages in Rusland die ervoor zorgen dat de uitstoot van broeikasgassen voor dit geïmporteerde Russische gas ongeveer 30% hoger ligt dan die voor gas uit Nederland.
Dat vinden wij niet terug in de Nederlandse emissiecijfers. Maar op wereldschaal doet het alle vooruitgang die wij boeken met een groter aandeel zon en wind in onze elektriciteitsproductie volledig teniet.
Regulerend Nederland neemt de beslissingen die de politiek zou moeten nemen
Het afbreken van de bestaande maakindustrie is iets dat regulerend (besturend, toeziend en recht sprekend) Nederland relatief weinig moeite kost; het is niet hun baan die op de tocht staat. Dat dit gebeurt is ook geen democratische keuze maar iets dat ons door regulerend Nederland (en Europa) wordt opgedrongen. En daarin schuilt een gevaar.
Met het Urgendavonnis schrijft de rechter de politiek voor dat in 2020 de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen met 25% is afgenomen ten opzichte van die in 1990. Het werkt maatregelen in de hand die wel de Nederlandse, maar niet de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen omlaag brengen.
De ad hoc-paniekmaatregelen die nu worden genomen om op korte termijn aan een Urgendavonnis of stikstofnorm te voldoen zijn niet het verstandige langetermijnbeleid dat we wel nodig hebben. Want laten we wel zijn: klimaatverandering is een groot probleem dat aangepakt moet worden.
Kwalijk is ook dat de rechter hiermee op de stoel van de politiek gaat zitten. Het maken van keuzes op het gebied van energie is complex en heeft aspecten op het gebied van milieu, financiën en leveringszekerheid. Of men meer nadruk legt op milieu of meer nadruk op financiën of economische groei, is aan de politiek en niet aan de rechter.
Met het via de achterdeur binnenbrengen van dit soort maatregelen probeert een groene elite in Nederland maatregelen erdoor te drukken die via de democratische voordeur mogelijk geen steun zouden krijgen.
Dit soort moeilijke keuzes zouden door de politiek gemaakt moeten worden; niet door ambtenaren en rechters. Wat er nu gebeurt levert weerstand op - meer weerstand dan nodig is. Het leidt tot een klimaat waar populisten als Donald Trump gebruik van kunnen maken. Daarmee raken we verder van huis.
Gevolgen voor investeerders
Als investeerders zullen wij er rekening mee moeten houden dat de Nederlandse overheid voor sectoren als bouw, landbouw en mijnbouw een minder betrouwbare partner is geworden. Met name als zij vooral voor de binnenlandse markt werken zullen bedrijven in deze sectoren het moeilijk hebben.